Diabetes Mellitus of suikerziekte bij de hond

Suikerziekte of diabetes komt regelmatig voor bij honden. Bij deze aandoening kan het lichaam van de hond niet voldoende insuline produceren of deze niet op de juiste manier gebruiken.
Insuline wordt normaliter geproduceerd door de alvleesklier en zorgt ervoor dat suiker kan worden opgenomen in de lichaamscellen. Bij diabetes kan de patiënt dus niet goed suiker opnemen in de cellen. Het lichaam van de hond zal dan vet en eiwitvoorraden gaan gebruiken als alternatieve energiebron. Hierdoor zal de hond wel veel eten, maar toch afvallen.

Symptomen
Het eerste dat opvalt bij een hond met diabetes, is dat de hond veel plast en veel drinkt. Ook kan de hond een goede eetlust hebben, maar toch vermageren.
Honden kunnen ook staar ontwikkelen ten gevolge van onbehandelde diabetes.

Als een hond met diabetes niet wordt behandeld, zal hij steeds zieker en zwakker worden. Uiteindelijk stoppen de honden helemaal met eten en drinken.

Diagnose
De diagnose suikerziekte wordt gesteld met behulp van urine- en bloedonderzoek. In de urine is suiker aanwezig. In het bloed zal een te hoog suikergehalte gemeten worden.

Behandeling
Honden met diabetes moeten behandeld worden met insuline injecties.
Deze insuline injecties moeten de rest van het leven van de hond dagelijks gegeven worden. Het geven van een insuline injectie is niet erg moeilijk, en u als eigenaar kunt dit dus ook snel zelf leren.

Niet elke hond heeft dezelfde dosering van insuline nodig. De juiste dosering voor uw hond zal dus moeten worden “ingesteld”. Om de juiste dosering te vinden, zal bij de start van de therapie regelmatig (minimaal 1x per week) bloed moeten worden geprikt. Aan de hand van de uitslag stellen we de dosering insuline bij totdat de hond een gezond suikerniveau in het bloed heeft.
Ook wanneer er een dosering insuline voor de hond is ingesteld, is het van belang dat er regelmatig een bloedcontrole plaatsvindt.

Wanneer de hond eet, stijgt de hoeveelheid suiker in het bloed.
Het wordt aangeraden om de dagportie voer over twee maaltijden te verdelen. De hond moet namelijk 2x daags insuline krijgen, deze injectie kunt u dan direct na de maaltijd geven.
Probeer elke dag dezelfde hoeveelheid en soort voer te geven aan de hond. Het geven van tussendoortjes kan de suikerregulatie verstoren, dit wordt dus ook afgeraden.

Er bestaan speciale dieetvoeders voor dieren met diabetes. Indien de hond deze dieetvoeding goed lust, is het verstandig om dit vanaf dag 1 te geven.

Complicaties
Het is belangrijk om nauwkeurig de insuline voor de hond te doseren. Bij een overdosering zal een hond namelijk een te laag bloedsuiker krijgen, een “hypoglycemie”, ofwel “hypo”. Verschijnselen van een hypo zijn: zwakte, lusteloosheid, verminderde coördinatie, toevallen en uiteindelijk coma. Indien er bij een hond met een hypo niet tijdig wordt ingegrepen, kan dit een fatale afloop hebben.

Prognose
Wanneer de diabetes goed gereguleerd wordt, kan een hond met diabetes nog vele jaren een gelukkig leven hebben.