Rhinoscopie
Bij de rhinoscopie wordt in de neusgangen gekeken. De belangrijkste redenen (indicaties) voor het onderzoek zijn: bloedneuzen, snotterige uitvloeiing of een snurkend geluid uit de neus.

Dit onderzoek doen we  met een starre scoop.  Voor de neus gebruiken we een rigide endoscoop waarbij de lenzen en lichttoevoer glasstaafjes zijn ingebouwd in een hol metalen staafje van 2.7 mm doorsnede.

De neus bestaat uit verschillende onderdelen waarvan de bovenste neusgang die naar het reukorgaan gaat het meest complex is. Bij de mens is de neus vrijwel hol maar bij de hond bestaat de neus uit een ingewikkeld doolhof van kraakbeenachtige neusschelpjes die bedekt zijn met goed doorbloed en daardoor makkelijk bloedend slijmvlies.

Het onderzoek is tijdrovend omdat alle hoekjes en gaatjes moeten worden afgezocht op onstekingen, verborgen vreemde voorwerpen (grasaren etc.) en tumoren. Het onderzoek wordt daarbij in de praktijk nog flink bemoeilijkt door nauwe neusgangen, het vaak aanwezige snot dat de lens besmeurd en het vaak gezwollen slijmvlies dat bovendien vaak bij de geringste aanraking al hardnekkige bloedingen geeft. Om die redenen is het “eventjes” in de neus kijken toch nog een vrij tijdrovende procedure die ca 15-25 minuten duurt. Toch is bij de verdenking op tumoren (oude dieren) of schimmelinfecties in de neus (aspergillose) de rhinoscopie  een van de beste methoden om de diagnose zeker te kunnen stellen.